M Japanse koitaal.
Madoaki
schubben met een schaduw onder de huid.
Magoi
een zwarte karper, een vroege voorloper van de huidige koi.
Makibara
een rode tekening die zich rond het lichaam draait. (ook Maki-Ga-Okii of Maki-Ga-Fukai).
Maruten
een koi met afzonderlijke rode vlek op de kop.
Matsuba
een koi met een zwarte aftekening in het centrum van iedere schub (ook wel dennenappelpatroon genoemd). Matsuba koi worden ondergebracht bij de Kawarimono terwijl de metaalachtige Matsuba koi bij de Hikarimono wordt ingedeeld.
Matsuba Ogon
een term voor Kin Matsuba. (Hikarimono)
Matsukawa-bake
een niet metaalachtige zwart-witte koi wiens patroon verandert naargelang de tijd van het jaar en de temperatuur van het water. (Kawarimono)
Menkaburi
een Kohaku met een rode kop.
Menware
een traditioneel Showapatroon op het hoofd waar het zwart het rood in twee verdeeld.
Midori
betekent letterlijk 'groen'.
Midori-goi
een zeldzame helder groene koi, met zwarte of zilveren schubben. (Kawarimono)
Mizu Asagi
een heel lichte Asagi.
Mono
één.
Moto
origineel sumi. (zwarte aftekeningen die zichtbaar zijn op nog zeer kleine koi en zichtbaar blijven op de volwassen koi)
Muji
zelf gekleurd. Letterlijk: niets anders.
|
|
|
|